Edouard Manet, Emile Zola, 1868, Musée d’Orsay-Parijs
In 1865 toonde Edouard Manet zijn “Olympia” in de Salon. Hij kreeg stevige kritiek te verduren. Schrijver en kunstliefhebber Emile Zola zag het schilderij juist als Manets beste werk, en vond dat het thuishoorde in het Louvre.
Pleitbezorger van Manet
Zola beschouwde Manet als een van de meesters van de toekomst, en werd een van zijn grootste pleitbezorgers. Hij wijdde meerdere artikelen aan de schilder, waarin hij hem verdedigde. Zijn stuk uit 1867 werd gepubliceerd in een brochure met blauwe kaft. Deze is duidelijk herkenbaar achter de inktpot met veer op de tafel.
Portret van een vriendschap
Als dank voor Zola’s steun, schilderde Manet dit portret. U zou het kunnen zien als een portret van een vriendschap, omdat de nadruk ligt op de kunst die hen verbindt. Aan de muur ziet u een reproductie van Manets eigen “Olympia”, een Japanse prent en een gravure van “De triomf van Bacchus” van de Spaanse schilder Diego Vélazquez. De mannen deelden een interesse in Spaanse en Japanse kunst.
Op het eerste oog lijkt het schrijverschap van Zola naar voren te komen in de afgebeelde boeken. Het boek in zijn hand is echter niet door hem geschreven, en hij lijkt er ook niet erg in geïnteresseerd. Het is geïdentificeerd als “L’histoire des peintres de toutes les écoles”, een encyclopedisch werk over schilders, van Charles Blanc. Manet gebruikte het om zich te laten inspireren door de oude meesters. Dit aspect liet Zola onderbelicht in zijn verdedigende artikelen over de schilder.
Juist het boek in de handen van de schrijver, lijkt dus meer te zeggen over de kunstenaar dan over zijn model.